Hofjes van Alkmaar
Alkmaar is met zijn zestien hofjes Hollands vierde hofjesstad, na Amsterdam, Leiden en Haarlem. Alleen in Alkmaar werden de hofjes provenhuizen genoemd: de functie ging blijkbaar boven de vorm. In een paar gevallen sleet Provenhuis zelfs af tot Huis: Huis van Zessen, Huis van Achten en Huis van Vieren.
Prozaïscher kan het niet! Van alle provenhuizen – gesticht tussen 1450 en 1750 – zijn er thans nog zes in gebruik. De Alkmaarse hofjes werden en worden veelal bewoond door vrouwen en in vroeger dagen kregen de ‘provenvrouwen’ op vaste tijden geld, brood en turf. Eeuwenlang was ook de bewoning van de hofjeskamers gratis. Verschillende hofjesstichters hebben veel verwacht van het samenleven van bewoners met een verschillende religieuze achtergrond. Zeven hofjes waren van meet af aan gemengd en ook in de besturen zat men met verschillende geloven aan tafel. Niet eerder is in een Nederlandse stad een zo omvangrijk en diepgaand onderzoek naar de hofjes ondernomen. Alle beschikbare archieven werden bestudeerd en dat heeft geleid tot een uniek, omvangrijk boek. In Hofjes van Alkmaar is niet alleen aandacht voor de gebouwen (met de kunst), maar ook voor de bestuurders en – vooral – de bewoners. Het is de auteur zelfs gelukt om in de veelal rimpelloze geschiedenissen ook de kleine dramatiek van het dagelijks leven bloot te leggen.
Trackback van jouw site.